Rechtszaak Atari & Philips over inbreuk auteursrecht Happelaar / KC Munchkin op Pac-Man in Nederland
In 1981 en de jaren daarna raakt Philips verstrikt in een serie rechtszaken met Atari omtrent de titel Happelaar / KC Munchkin voor het Videopac G7000/Odyssey² systeem. Volgens Atari was de game zeer vergelijkbaar met Pac-Man en maakte het inbreuk op hun rechten en potentiële verkopen. Happelaar kwam op de markt in 1981. Opvallend is dat Atari op dat moment nog geen versie van Pac-Man voor de thuismarkt uit had. Atari had de wereldwijde rechten voor Pac-Man verkregen van Namco voor de thuismarkt.
Eind 1981 wilde Atari middels een kort geding Philips dwingen om te stoppen met de verkoop van het spel. Initieel werd hun kort geding afgewezen door het United States District Court in Chicago bij uitspraak van een rechter op 4 december 1981. Atari had onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de game inbreuk maakte op de rechten van Atari. In maart 1982 werd Atari in hoger beroep alsnog in het gelijk gesteld en werd Philips gedwongen om te stoppen met de verkoop van de game.
Atari start rechtszaak in Nederland eind 1982
Het oordeel van de rechter in de Verenigde Staten betekende niet dat Philips gedwongen werd om te stoppen met de verkoop in Nederland. Atari startte samen met Namco dan ook in Nederland een rechtszaak tegen Philips. Ze probeerden af te dwingen dat ze zouden stoppen met de productie en lopende verkoop, en de nog voorradige exemplaren gecontroleerd terug te nemen. Opvallend is dat tot de gedaagden ook de Electro-Technische Groothandel Nijkerk BV uit Amsterdam hoort. Samen met Philips vormen zij de gedaagden.
De rechtsgang in Nederland heeft een vergelijkbaar verloop met de rechtsgang in de Verenigde Staten. Op 2 december 1982 oordeelde vice-president Asscher van de rechtbank Amsterdam in het kort geding tussen de partijen dat Happelaar geen inbreuk maakte op enig auteursrecht omdat uit het spelverloop van Pac-Man niet zou blijken dat dit aspect als oorspronkelijk werk kan worden gezien. De vorderingen van de eisers Namco en Atari werden dan ook afgewezen.
Uiteraard gingen Namco en Atari in hoger beroep. Op 31 maart 1983 oordeelde het gerechtshof in Amsterdam dat een computerspel als Pac-Man wel als oorspronkelijk werk kan worden gezien en daarom auteursrechtelijk beschermd is. Veel kenmerken van Pac-Man zijn te vinden in Happelaar. Happelaar zou daarbij toch inbreuk maken op de rechten van Namco en Atari op Pac-Man. Philips moest stoppen met de verkoop van de game van de rechter.
Uitspraak kort geding gevonden, complete tekst uitspraak van hoger beroep lijkt verloren te zijn
De uitspraak van de rechter omtrent het kort geding is terug te vinden in een verzameling uitspraken Rechtspraak van de week/kort geding 1983. Daarin is de gehele redenatie te zien van de rechtbank Amsterdam.
De uitspraak van het kort geding op 2 december 1982 is hier te downloaden.
Alhoewel de uitspraak van het hoger beroep wordt gezien als een belangrijke uitspraak rondom de bepaling of games auteursrechtelijke beschermde werken zijn in Nederland, lijkt de originele tekst van de uitspraak niet meer te bestaan. Het is niet te vinden in de online archieven van Rechtspraak.nl. Ook navraag bij regionale archieven waar de uitspraak mogelijk gearchiveerd zou kunnen zijn lijken er op te wijzen dat deze niet meer bestaan en jaren geleden zijn vernietigd.
Mocht iemand toch beschikken over de oorspronkelijke uitspraak van het hoger beroep uit Nederland dan hou ik mij van harte aanbevolen!
Verzameling nieuwsartikelen
De rechtszaak kreeg aardig wat aandacht in de nationale media. Over het kort geding eind 1982 heb ik maar één nieuwsartikel kunnen vinden. Over de uitspraak van het gerechtshof in het eerste kwartaal van 1983 zijn veel meer nieuwsartikelen te vinden. Helemaal fantastisch is de foto bij het artikel uit de Telegraaf.
Bron: Het Vrije Volk, 3 december 1982
Bron: Het Vrije Volk, 1 april 1983
Bron: De Telegraaf, 2 april 1983
Bron: Nieuwsblad van het Noorden, 2 april 1983
Bron: NRC, 2 april 1983
Bron: Leeuwarder Courant, 2 april 1983
Bron: Nederlands Dagblad, 2 april 1983